Het ELN
Het ELN staat voor ‘Ejército de Liberación Nacional’ en wordt ook wel het Nationale Bevrijdingsleger genoemd. Het ELN werd in 1965 opgericht nadat een aantal Colombiaanse studenten tijdens de revolutie in Cuba naar Havana geweest waren en vonden dat er ook zo’n revolutie moest komen in Colombia. Ze waren tegen de regering, de kapitalisten, en wilden ze weg hebben. Het ELN is net als het FARC een linkse guerrillabeweging.
De groep bestaat uit zo’n 2000 strijders en is dus een stuk kleiner dan het FARC. Al vrijwel meteen stonden militaire en gewapende acties bij het ELN centraal. Ze zeggen op te komen voor de armen en willen ze een eerlijkere verdeling van de landbouwgrond. Het ELN verkreeg eerst geld door het heffen van oorlogsbelasting op de lokale bevolking. Later werd de belangrijkste bron van inkomsten het losgeld dat ze verkregen door ontvoeringen. Momenteel verdienen ze vooral veel geld met de drugshandel, net zoals het FARC.
De idealen waarvoor het ELN aanvankelijk vocht zijn steeds verder op de achtergrond gekomen. In het einde van de negentiger jaren was het ELN op haar hoogtepunt en voerde allerlei succesvolle aanvallen uit. Zo pleegden ze ruim 750 aanslagen op oliepijpleidingen. Vaak vielen hierbij vele slachtoffers en zelfs doden. Dit doet het ELN omdat ze tegen de buitenlandse betrokkenheid bij het winnen van olie zijn, ze willen dat de oliewinning nationaal wordt.
Afbeelding 5: Gewapende strijders van het ELN